Sturingsfilosofie (rolverdeling)

De sturingsfilosofie gaat over de rolverdeling tussen de gemeente en de samenleving. Deze is de afgelopen jaren veranderd. Onze samenleving is complex, verandert snel en inwoners zijn goed geïnformeerd. Visies en plannen zijn niet langer een mededeling, maar worden steeds vaker een uitnodiging aan de samenleving om met ons mee te denken over (creatieve) oplossingen. Als gemeente zoeken we de balans tussen hoe we initiatieven kunnen steunen en hoe we waarborgen dat de kwaliteit van onze leefomgeving zo hoog mogelijk blijft. Per onderwerp, project of initiatief zoeken we daarom naar de meest geschikte vorm.

Onze doelen en ambities kunnen we niet alleen behalen. Soms gaan onze doelen verder dan onze gemeentelijke taak, ons gemeentelijk eigendom of onze gemeentelijke bevoegdheid. We nodigen externe partijen bij bepaalde doelen en ambities uit om een voortrekkersrol te pakken.

Dit vraagt om een nauwe samenwerking met de samenleving en onze stakeholders.

Gemeente als trekker

Sommige ambities zijn vragen een goede afstemming tussen verschillende overheidslagen (rijksoverheid, provincie en gemeente), partners en belanghebbenden dat deze niet geheel aan de samenleving overgelaten kunnen worden. Deze vragen een trekkersrol van de gemeente. Dit betekent echter niet altijd dat wij als gemeente alleen aan zet zijn. Op onderdelen zijn wij namelijk afhankelijk van externe partijen. Die externe partijen zijn bedrijven, maar ook zorg- en onderwijsinstellingen, maatschappelijke partners, private groepen zoals bewoners(groepen) en dorpsverenigingen en medeoverheden.

Ook zien wij het als onze belangrijke rol om ambities tot uitvoering te brengen en nadrukkelijk de samenwerking en afstemming te zoeken binnen regionale en provinciale samenwerkingsverbanden. De gemeente als ondersteunende, faciliterende en stimulerende partner.

Meer dan eens komen innovatie en ontwikkeling voort uit ideeën van ondernemers, inwoners en organisaties. Initiatieven om de eigen buurt te verbeteren komen vaak voort uit de samenleving. Daar waar de regierol bij de externe partijen ligt, zal de gemeente Rucphen waar nodig een ondersteunende of faciliterende rol pakken.

Participatie: eisen en beleid

Als gemeente vinden wij participatie belangrijk. Het gesprek met de omgeving aangaan kan een plan beter maken en zorgen wegnemen. Bij de uitwerking van ruimtelijke initiatieven hechten wij er daarom veel waarde aan dat er een goede dialoog met de omgeving plaatsvindt.

Onder de Omgevingswet wordt dit nog belangrijker. Participatie wordt bij initiatieven waarvoor afgeweken wordt van het omgevingsplan een aanvraagvereiste. Bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) kan participatie verplicht zijn. Dat is het geval als sprake is van een aanvraag die valt binnen de categorieën van gevallen die door de raad zijn aangewezen. Als er dus een initiatief is dat valt in binnen de door de raad aangewezen categorieën is participatie verplicht. Dat betekent dat de initiatiefnemer bij de aanvraag moet aangeven hoe de participatie is uitgevoerd, en zo ja, hoe.

De wet schrijft echter niet voor op welke wijze de participatie moet plaatsvinden. Dit is aan de initiatiefnemer(s) gelaten. Dit neemt echter niet weg dat er vanuit de gemeente gestimuleerd wordt om aan participatie te doen, actief te communiceren over plannen en derden hierbij te betrekken.

Wij hebben als gemeente Rucphen (nog) geen vastgesteld participatiebeleid, wel geeft de Verordening participatie en inspraak en de Handreiking omgevingsdialoog voor initiatiefnemers richting voor het participatieproces. De aankomende periode gaat de gemeente Rucphen aan de slag met het vaststellen van een participatievisie en participatiebeleid. Hierin wordt opgeschreven wat onze visie op participatie is en hoe we verschillende belangen in beeld brengen, de participatieresultaten meewegen en hoe dat het besluit heeft beïnvloed. De verordening inspraak en participatie uit 2019 wordt later ook geactualiseerd.